Na langere tussenpozen zonder maaien (vakantie) maait u eerst in één
richting op de hoogste maaihoogte en vervolgens in dwarsrichting op de
gewenste maaihoogte. Dit voorkomt een mogelijke blokkade van het blad
door te veel gemaaid materiaal.
Maai het gras indien mogelijk alleen wanneer het droog is. Wanneer het
gras vochtig is, wordt het maaipatroon onregelmatig.
Maaicapaciteit en acculading:
Het gazonoppervlak dat u per acculading kunt maaien is afhankelijk van
verschillende factoren, zoals vocht, grasdichtheid en maaihoogte. Om
een optimaal oppervlak te kunnen maaien, dient u de maaier niet te vaak in
en uit te schakelen, omdat de acculooptijd daardoor wordt verkort. De
maaicapaciteit per acculading kan optimaal worden benut door een grote-
re maaihoogte en frequent maaien.
Gazonoppervlak per acculading:
Systeemaccu 4,0 Ah
Systeemaccu 5,0 Ah
Systeemaccu 6,0 Ah
4. ONDERHOUD
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Risico op snijwonden wanneer het product onopzettelijk
start.
v Wacht tot het blad tot stilstand is gekomen, verwijder de
veiligheidssleutel en trek handschoenen aan voordat u het
product onderhoudt.
Maaier reinigen [ afb. M1 ]:
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Verwondingsgevaar en risico op beschadiging van het
product.
v Maak het product niet schoon met water of met een water-
straal (in het bijzonder niet onder hoge druk).
v Reinig niet met chemicaliën, inclusief benzine of oplosmid-
delen. Sommige stoffen kunnen belangrijke kunststof onder-
delen beschadigen.
De ventilatiegleuven moeten altijd schoon zijn.
v Reinig de boven- en onderkant van de maaier na elk gebruik.
Onderkant van de maaier reinigen:
De onderkant kan het gemakkelijkst direct na het maaien worden
gereinigd.
1. Leg de maaier voorzichtig op zijn kant.
2. Reinig de onderkant, het blad en de afvoeropening
(gebruik geen scherpe voorwerpen).
Bovenkant van de maaier en de grasopvangbak reinigen:
1. Reinig de bovenkant met een vochtige doek.
2. Reinig de luchtstroomsleuf en de grasopvangbak met een zachte
borstel (gebruik geen scherpe voorwerpen).
Accu en oplaadapparaat reinigen:
Zorg ervoor dat het oppervlak en de contacten van de accu en van het
oplaadapparaat altijd schoon en droog zijn, voordat u het oplaadapparaat
aansluit.
Gebruik geen stromend water.
v Acculader: Reinig de contacten en de kunststof onderdelen met een
zachte, droge doek.
v Accu: Reinig de ventilatiegleuf en de aansluitingen van de accu af en
toe met een zachte, schone en droge kwast.
5. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling [ afb. S1 ]:
Het product moet voor kinderen ontoegankelijk worden bewaard.
26
14630-20.960.03.indd 26
14630-20.960.03.indd 26
Max. 150 m²
Max. 190 m²
Max. 225 m²
(23)
met een borstel
1. Draai de veiligheidssleutel naar stand 0 en trek deze uit het contact.
2. Verwijder de accu.
3. Laad de accu op.
4. Leeg de grasopvangbak.
5. Reinig de maaier, de accu en de acculader
(zie 4. ONDERHOUD).
6. Om ruimte tijdens het opbergen te besparen, draait u de vleugel-
(7)
moeren
los, zodat de hendels gemakkelijk in elkaar kunnen worden
geklapt.
Controleer of de kabel niet tussen de bovenste en onderste hendel
zit vastgeklemd.
7. Berg de maaier, de accu en de acculader op een droge, dichte en
vorstbestendige plaats op.
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU / S.I. 2013 No. 3113)
Het product mag niet met het normale huishoudelijke afval
worden afgevoerd. Het moet volgens de geldende lokale milieu-
voorschriften worden afgevoerd.
BELANGRIJK!
v Voer het product via uw plaatselijke recyclingverzamelpunt af.
Accu afvoeren:
De accu bevat lithium-ioncellen die aan het eind van hun levens-
duur gescheiden van het normale huishoudelijke afval moeten
worden afgevoerd.
Li-ion
BELANGRIJK!
v Voer de accu's via uw plaatselijke recyclingverzamelpunt af.
1. Ontlaad de lithium-ioncellen volledig (wend u tot de GARDENA service-
dienst).
2. Beveilig de contacten van de lithium-ioncellen tegen kortsluiting.
3. Voer de lithium-ioncellen op vakkundige wijze af.
6. STORINGEN VERHELPEN
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Risico op snijwonden wanneer het product onopzettelijk
start.
v Wacht tot het blad tot stilstand is gekomen, verwijder de vei-
ligheidssleutel, verwijder de accu en trek handschoenen aan
voordat u problemen bij het product verhelpt.
Snijblad vervangen [ afb. T1 / T2 ]:
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Risico op snijwonden wanneer het blad gehavend, verbogen,
met onbalans of met beschadigde randen draait.
v Gebruik de maaier niet met een beschadigd of verbogen
snijblad, met een blad dat in onbalans is of beschadigde
randen heeft.
v Slijp het snijblad niet.
GARDENA-reserveonderdelen zijn verkrijgbaar bij uw GARDENA-dealer
of via de GARDENA-servicedienst.
v Gebruik alleen een origineel GARDENA-blad
Om veiligheidsredenen adviseren wij u het blad te laten vervangen door de
GARDENA servicedienst of door een door GARDENA erkende gespeciali-
seerde dealer.
1. Steek een schroevendraaier in een van de daarvoor bestemde gaten
aan de onderkant van de behuizing
De schroevendraaier dient zo als aanslag voor het blad.
2. Draai de bladbout
(25)
eruit.
Zorg ervoor dat de afstandhouder
beschadigd wordt.
art. 4120
(28)
.
(24)
tijdens de krachtstoepassing niet
25.07.22 11:59
25.07.22 11:59